Vlaamse volleybond opnieuw op het goede spoor met dank aan Filip Buijs

31/07/2025

Wanneer u dit leest, kan het best zijn dat Kempenaar Filip Buijs nog op stap is in de Oostenrijkse bergen om er de stress van het voorbije jaar enigszins kwijt te spelen!

Want de man kwam met de beste bedoelingen naar Vilvoorde om er een schijnbaar zieltogende Vlaamse volleybond opnieuw op het goede spoor te zetten. Het tij is misschien nog niet helemaal gekeerd, maar er werden wel belangrijke stappen gezet om de federatie van een nakend faillissement te behoeden en de federatie en de volleybalsport opnieuw een toekomst te geven.
Helaas zet hij er zelf anderhalf na zijn aanstelling een punt achter. Tot begin oktober zal hij nog af en toe in Vilvoorde te zien zijn om er oud-speler Lander Vandecaveye met de juiste tips te begeleiden naar een verdere toekomst.

Waarom vertrek je eigenlijk bij de VV?
Filip Buijs: “De voornaamste reden ligt hem in het feit dat ik de afstand Arendonk – Vilvoorde onderschat heb met de Ring van Antwerpen en die van Brussel als voornaamste obstakels. Sommige dagen tot vier uren in de wagen zitten, was echt wel van het goede te veel. Mocht dat probleem zich niet gesteld hebben, dan werkte ik nog steeds full-time in Vilvoorde in deze boeiende rol en mooie organisatie.”

Dat betekent natuurlijk ook dat je zelf een andere functie gevonden hebt?
“Ik ben sinds 2022 aan de slag zelfstandige en ik heb me steeds bezig gehouden met de consulting en de begeleiding van teams en organisaties in verandering. Dat was vroeger eerder begeleiding van organisaties in de publieke sector. Dat zal in de toekomst gebeuren voor MONDEA.”

Jouw komst in het volley vergde natuurlijk een andere aanpak. Je zei me ooit: ‘Ik heb nog nooit zo veel tijd van mijn leven doorgebracht bij banken om het financiële plaatje een beetje rond te krijgen.’ Hoe ben je aan alles begonnen?
“Vrij snel stelden we vast dat er stevig moest ingegrepen worden. Niet evident in een context waarbij er zich tevens een ernstig vertrouwensprobleem stelde. Moeilijke maatregelen worden immers niet altijd in dank afgenomen: structurele wijzigingen doorvoeren, plannen met de nationale ploegen wijzigen, de topsportschool beach afbouwen, afscheid nemen van medewerkers…

Intussen denk ik wel dat de acute crisis voorbij is en dat de kentering aan de gang is. We hebben twee stappen gezet met de twee herstelplannen om enerzijds de inkomsten te doen stijgen en anderzijds de uitgaven te drukken.

Tenzij er zich nog onverwachte zaken aandienen, zouden we tegen eind 2025 een positief saldo van €700.000 moeten hebben. Dat je een schuld van 1,98 miljoen in 2024 niet op één jaar tijd kan wegwerken, lijkt me duidelijk. Maar het stemt me positief dat de ganse volleygemeenschap en de clubs mee bereid waren om stappen in de goede richting te zetten en samen opnieuw een positief verhaal op te bouwen.. De liquiditeit is onze grootste uitdaging en dus moesten we daarvoor op korte termijn oplossingen zoeken.”

Wat is concreet één van de mogelijkheden?
“Met de beide herstelplannen werd er in de kostenstructuur van de eigen organisatie ingegrepen; op dat vlak werden moeilijke maar noodzakelijke keuzes gemaakt. Aan inkomstenzijde was de verhoging van de ledenbijdrage een moeilijke maar belangrijke stap.
Het uitwerken van een nieuw businessmodel rond het Eurovolley Center is tevens één van de bouwstenen in het herstelplan. Dit wordt intensief onderzocht en brengt mogelijks een oplossing op langere termijn.”

Nog een persoonlijk vraagje tussendoor. Had je om het afstandsprobleem te overbruggen niet eerder vrij veel werk van thuis uit kunnen doen?
“Omdat er op korte tijd veel moest veranderen, vond ik dat ik vrij veel tijd in Vilvoorde moest doorbrengen. Aan de slag gaan met een uitdagende situatie als deze vraagt nabijheid zodat je snel kan schakelen. Vergeet niet dat we ook intens met vrijwilligers werken en dat betekent per definitie avond- en weekendwerk. Tegelijk stel ik vast dat de nieuwe teams zich stap voor stap vormen en dat de huidige werking de positieve richting uitgaat.

Veel respect ook voor de medewerkers die dit de voorbije jaren in een niet evidente context hun job moesten doen. We hebben tevens een nieuwe bestuursploeg die hard werkt en ik denk toch dat het vertrouwen van de volleygemeenschap groeiende is. Er blijft natuurlijk nog een meer te ontginnen gebied, waar de hele gemeenschap – Vlaamse Volleybond, Franstalige federatie, Belgische volleybond, de Volleyliga, de BLVV’s en alle andere partners – zich moet achter zetten. Meer dan ooit moeten we met vereende krachten het verschil maken.”

Je hebt natuurlijk ook minder prettige ervaringen meegemaakt in die ganse periode…
“Iedere job heeft inderdaad haar minder fijne aspecten. De financiële uitdaging was natuurlijk niet evident. We hebben ook veel zelf moeten uitzoeken, want het archief was wel voor een stukje verdwenen. Stap voor stap is dit gelukt en kregen we meer grip op de situatie.”

Je bekijkt de toekomst dus best positief?
“Ik denk dat mijn opvolger meer ruimte zal hebben om ook te kunnen focussen op het volleybal zelf en het waarmaken van onze visie ‘volleybal voor iedereen’. De voorbije periode hebben we noodgedwongen een meer interne focus gekend. Het is dus van belang om nu met alle stakeholders aan de slag te gaan. Hopelijk hebben we de setting gecreëerd dat dit mogelijk is en ik zal hem daarbij zeker nog regelmatig bijstaan, mocht dit nodig zijn.
Ook Marie Declerck, voorzitster van de Liga, zal in de komende weken haar steentje bijdragen als algemeen directeur ad interim.”

Je bent uiteindelijk tevreden over jouw voorbije volleyperiode?
“Zeker. Ik vind het fijn dat ik toch mee een aantal dingen heb kunnen realiseren. Ik ben fier dat we een aantal stappen gezet hebben in de goede richting en hierbij gaat dan ook alle krediet naar de collega’s van Volley Vlaanderen en de bestuurders. Het waren steeds goed gevulde bestuursvergaderingen en ook managementvergaderingen.”

Je hebt nog geen afkeer gekregen van het volley?
“Neen, integendeel. Ik blijf nog verder actief bij de volleyclub Arendonk, een fijne familiale club zoals zo veel in Vlaanderen. Ook mijn kinderen spelen nog bij Arvoc.
Tegelijk is er voor mij een wereld open gegaan. Het Belgisch volleybal is op wereldniveau toch een topsport en dat van dichtbij meemaken en mee kunnen bouwen, vond ik echt wel fijn.”

Wat verwacht je nog? Indertijd werd een verhoging van het aantal jongens in het volley vooropgezet…
“Ik besef ook wel dat volley een complexe sport is en dat de resultaten niet bepaald worden door twee doelpunten zoals b.v. in het voetbal. Het competitie-element moeten we misschien op jongere leeftijd trachten aan te wakkeren bij de jongens. Vaak volgt instroom ook bij sterke resultaten van onze nationale teams. Op dat vlak oogt de toekomst alvast zeer mooi.”

Waar ben je fier over? Wat neem je mee naar jouw toekomst?

“Dat je ondanks een uitdagende context echt wel verandering kan brengen. Dit doe je echter niet alleen. Net zoals binnen het volley, kan dit enkel met sterk teamwerk.”

Tekst: Marcel Coppens
Foto: archief

Top