G-volleybal bij Mavoc: “Plezier en welbevinden staan voorop”
In het kader van de Week van de Diversiteit gaan we langs bij Fien, bezielster van de G-werking bij volleybalclub Mavoc in Mechelen. Haar initiatief toont hoe sport kan verbinden — ongeacht talent, beperking of achtergrond.
Van passie naar praktijk
“Ik speel zelf volleybal en werk daarnaast met personen met een verstandelijke beperking en/of autisme,” vertelt Fien. “De combinatie van die twee leek me erg waardevol. In de regio Mechelen bestaan al verschillende G-werkingen, maar volleybal of netbal werd nog nergens specifiek aangeboden. Dus stapte ik met het idee naar mijn club, en gelukkig kreeg ik meteen positieve reacties.”
Zo ontstond de G-werking van Mavoc: een inclusief sportaanbod dat inzet op plezier, ontwikkeling en het versterken van zelfvertrouwen.
Hoe ziet een training eruit?
De G-werking van Mavoc traint tweewekelijks op zaterdag, op hetzelfde moment als de volleybalschool. “We starten de opwarming samen met de kinderen van de volleybalschool. Zo leren zij omgaan met G-sporters, en andersom. Het creëert een mooie wisselwerking en verhoogt het begrip langs beide kanten.”
Na de gezamenlijke opwarming splitsen de groepen. “We volgen het tempo van onze G-sporters. Als we merken dat het genoeg is geweest qua prikkels of energie, nemen we een drinkpauze. Daarna oefenen we apart verder, met aangepaste drills rond bijvoorbeeld bovenhands spelen, opslaan of een wedstrijdje.”
Elke oefening wordt individueel aangepast. “De ene sporter blinkt uit in bovenhands spelen, de andere heeft meer nood aan rustmomenten of structuur. We houden daar rekening mee — soms zelfs met hulpmiddelen zoals een fidget toy of rubik’s cube.”
Momenteel bestaat de groep uit vijf G-sporters en twee à drie begeleiders. Indien een sporter op termijn meer aankan, wordt in overleg met de ouders, trainers en sporter zelf bekeken of een overstap naar het reguliere volleybal mogelijk is. “Met de juiste aanpassingen kan dat zeker lukken.”
Waarom deze aanpak?
“We zijn gestart met één G-sporter en hebben onze werking daarop afgestemd,” zegt Fien. “Al snel merkten we dat dit gepersonaliseerde model ook voor anderen werkte. Volleybal is een technische sport, dus het is belangrijk dat je de oefenvormen op maat aanpast. Alleen zo blijven sporters gemotiveerd en beleven ze plezier.”
Tips voor andere clubs die een G-werking willen opstarten
Fien steekt haar enthousiasme niet weg, maar benadrukt ook de uitdagingen. “Zorg voor voldoende draagvlak binnen het clubbestuur en voor voldoende begeleiders tijdens de training. Alleen dan kan je individuele ondersteuning bieden.”
Ook externe steun is waardevol. “Wij kregen hulp van Volley Vlaanderen en Sport Vlaanderen. Verzamel informatie, leer van andere clubs en weet dat de opstart tijd kost. Je bereikt niet meteen een grote groep sporters, maar geef niet op — het loont echt.”
Tot slot: “Het vraagt energie, maar je krijgt er minstens evenveel voor terug. De waardering, de vooruitgang en het plezier van de sporters: dat maakt het allemaal meer dan de moeite waard.”